Dendrobatidae Nederland

 

Dendrobatidae Nederland is een internationale vereniging van liefhebbers van pijlgifkikkers (Dendrobatidae), mantella's en andere kikkers.

Zij heeft ten doel de waardering voor de natuur, meer toegespitst op de regenwouden van Midden- en Zuid-Amerika en Madagaskar en de pijlgifkikkers in het bijzonder, te helpen opwekken, onderhouden en bevorderen.

Hoofddoelstellingen zijn bovendien het bevorderen van nakweek, om zo de bescherming van de kikkers in de natuurlijke biotoop te bevorderen en het zoveel mogelijk verspreiden van informatie met betrekking tot Dendrobatidae en andere tropische kikkers.

DN Magazine

DN Gifkikkerboek

 

Voordelen lidmaatschap

Voordelen van een lidmaatschap:

  • Elk kwartaal ontvang je ons DN magazine.
  • Halfjaarlijks gratis entree op de Kikkerdag voor jezelf en een introducé.
  • Gratis tafel voor aanbod van nakweek op onze Kikkerdag.
  • Gratis bezoek aan werkgroepavonden van west-, midden- en noord Nederland.
  • Jaarlijks een symposiumdag.
  • Toegang tot de volledige inhoud van onze website.
  • Megakorting op ons boek Gifkikkers.
  • Als lid draag je bij aan verschillende conservatieprojecten en wetenschappelijk onderzoek, alle ten behoeve van onze geliefde kikkers.
  • Bijna 50% korting op Terrafile!
  • Leden bieden we de mogelijkheid bij te dragen aan onze activiteiten (DN functioneert geheel op basis van vrijwilligers).

...en dat alles voor een schamele 30,- euro (binnen NL), of 40,- euro (buiten NL)

Lid worden

Hyloxalus azureiventris
Remco Stuster
/ Categorieën: GIFKIKKERS, SOORTEN, Hyloxalus

Hyloxalus azureiventris

 

Hyloxalus azureiventris (Kneller & Henle, 1985)  

 
Beschrijving: De kikkers zijn 23 tot 28 mm groot waarbij het voornaamste verschil in grootte wordt gevonden tussen de geslachten. Vrouwtjes zijn met 26 á 28 mm enkele millimeters groter dan de 23 á 24 mm grote mannetjes. De dieren bezitten allemaal een blauwe gekleurde buikzijde met een zwart vlekkenpatroon. Deze kleur strekt zich van de onderzijde van voor- en achterpoten, over de buik tot en met de keel. De bovenzijde van de achterpoten zijn groen, blauw of groen-blauw van kleur. Op de verder zwarte grondkleur van deze soort hebben ze een streep die vanaf de achterpoten, langs de flanken, boven de ogen langs, door loopt tot op de neus waar de lijnen van beide zijden samen komen. Deze belijning is de meest variabele in kleur, en word gevonden in de kleuren groen, geel, oranje en rood. Vanaf de lies is nog een streep aanwezig tot halverwege de flank van het dier. Deze streep is veelal lichter van kleur dan eerstgenoemde, waarbij een echt rode kleur niet wordt aangetroffen. Op de bovenarmen is bij veel exemplaren ook nog een gele vlek waar te nemen die tot op de oksel rijkt. Niet alle dieren hebben deze vlek. Soms is er ook in het midden van de rug een vlekkenpatroon in de kleur geel of oranje en heel zelden groen tot blauwachtig.
Hyloxalus azureiventris is door Kneller en Henle (1985) beschreven als Phyllobates azureiventris. Later is de soort door Myers (1987) in het geslacht Epipedobates geplaatst. Nader onderzoek door Lötters et al. (2000) wees uit dat de soort niet behoort tot beiden geslachten en plaatsten het in het nieuwe geslacht Cryptophyllobates waarbij deze soort de enige in zijn geslacht was tot de beschrijving van H. chlorocraspedus. Grant et al. (2006) plaatsten na nader onderzoek deze soort in het geslacht Hyloxalus, waarin ook veel voormalig Colostethus soorten geplaatst werden. H. azureiventris vormen samen met H. chlorocraspedus, H. nexipusH. patitae en H. eleutherodactylus de enige soorten van dit geslacht die in meer of mindere mate felle kleuren bevatten. Een toekomstige revisie van dit geslacht is niet onwaarschijnlijk, waarbij de geslachtsnaam Cryptophyllobates beschikbaar is.
 
Verspreidingsgebied: De oostzijde van de Andes in het noorden van departement San Martín, Peru, nabij Tarapoto. Deze soort word hier gevonden in het laagland op 400 tot 1100 m b.z.n. De type lokaliteit ligt op 700 m b.z.n., Carretera Tarapoto – Yurimaguas, Departement San Martín, Peru.
 
Natuurlijke habitat: De dieren leven in primair regenwoud waar de dieren de bosbodem bewonen. Omgevallen bomen voorzien de dieren van voldoende schuil- en foerageermogelijkheden. Ook worden de dieren vaak gevonden op rotsachtige gronden waar ze veel schuilmogelijkheden vinden in de vele kieren tussen de stenen. De temperatuur varieert hier tussen de 20 en 24 °C. Over de populatiegrootte is weinig bekend wegens de zeer verborgen leefwijze van deze kikkers. De grootste bedreiging voor deze kikkers is wegens het kleine verspreidingsgebied waarschijnlijk habitatdestructie.
 
Gedrag: Larven worden meestal allemaal tegelijk getransporteerd en per één of twee tegelijk afgezet in holtes van bomen. In grotere waterpartijen worden legsels meestal in hun geheel afgezet. Schulte (1999) beschrijft ook het afzetten van larven in ondergrondse stroompjes en poeltjes waar de temperatuur significant lager is, zo’n 17 á 18 °C. Dit zou mogelijk van invloed zijn op de geslachtsverhoudingen. In gevangenschap worden beduidend meer mannetjes dan vrouwtjes nagekweekt, mogelijk door te hoge temperaturen.
 
Geografische variatie: Er zijn van deze soort geen varianten bekend. Binnen de bekende populaties kan de kleur en het patroon enorm verschillen. Ervaringen met de kweek in gevangenschap laten zien dat elke kleur of patroon uit een willekeurig koppel kan ontstaan.  In de hobby worden soms dieren van een bepaalde kleur onterecht als kleurvariant verkocht omdat bijvoorbeeld rode dieren meer gewild zijn. Rood gekleurde dieren kunnen daarnaast gemakkelijk tot stand komen door supplementatie van carotenen.
 
Voorkomen in gevangenschap:  H. azureiventris wordt al in gevangenschap gehouden sinds de jaren ‘90. Het houden van-, en de handel in-, is sindsdien altijd toegestaan. De enige gedocumenteerde export dateert van 2005 als onderdeel van het INIBICO project. Van grootschalige smokkel is niks bekend. De goede kweekresultaten maken dit gelukkig ook overbodig.
 
Verzorging en kweek: Hyloxalus azureiventris kan gehouden worden in groepen en koppels. Voor de kweek is een koppel echter aan te raden. Mannetjes maken het elkaar graag moeilijk om succesvol tot voortplanting te komen. De kweek is derhalve per koppel vaak productiever, maar zeker niet onmogelijk in groepen. De geslachtsverhoudingen in een groep zijn alleen van invloed de kweek met de dieren. Hoe groter het aantal mannen, hoe kleiner de kans op een succesvolle kweek. De dieren zijn van nature bodembewonend, maar klimmen in gevangenschap graag door de hele bak heen. Slapen doen ze meestal hoog op een blad volledig in het zicht. Een koppel kan gehouden worden in een bak van 50 × 50 × 50 cm of groter. Voor een groepje van 4 of 5 dieren, moet je denken aan een bak van minimaal 100 × 50 × 50 cm. Erg kieskeurig qua inrichting zijn deze dieren niet. De inrichting kan bestaan uit een houtstronk, stenen en planten. Wat bladafval op de bodem van de bak zorg voor voldoende schuilmogelijkheden. Een waterdeel, waar ze de larven naartoe kunnen brengen is erg belangrijk. Liever een slootje dat enkele liters water kan bevatten dan een klein waterbakje. De temperatuur mag liggen tussen de 21 en 25 °C overdag. ’s Nacht mag de temperatuur enkele graden dalen. Liefst niet onder de 18 °C. Temperaturen die lange tijd boven de 28 °C komen moeten worden vermeden. Door één of twee maal daags de bak te sproeien wordt er gezorgd voor een goede luchtvochtigheid. Wanneer de omstandigheden juist zijn zullen volwassen mannetjes snel hun roep laten horen. Deze triller kan wel tot 40 seconden aanhouden. Na elke keer enkele seconden stilte roept het mannetje weer verder. Hij herhaalt dit tot een vrouwtje hem benaderd. Het mannetje leidt het vrouwtje dan naar een geschikte legplaats. Dat kan een (dood) blad zijn op de bodem, of een blad op enige hoogte van de bodem. Ook filmkokertjes die horizontaal geplaatst zijn en geen water bevatten worden soms gebruikt. Er vind bij deze soort geen amplexus plaats. Het mannetje deponeert eerst zijn zaad, waarna het vrouwtje haar eieren gaat leggen. Een legsel bestaan meestal uit 10 tot 15 eieren, maar tot wel 18 eieren kunnen er gelegd worden. Het kapsel rond de eieren ziet er enigszins ondoorzichtig uit en lijkt van slechte kwaliteit. Dit is echter volledig normaal. De eieren ontwikkelen zich in 10 dagen tot volledig gevormde larven. Gedurende deze tijd bewaakt het mannetje zijn legsel goed. Zodra de eieren uit komen brengt het mannetje deze naar het water. Hier is een klein waterbakje meestal niet voldoende om het mannetje er toe te zetten alle larven af te zetten. Larven die op de rug blijven gaan dan dood. Een groter watervolume van enkele liters functioneert beter als afzetplaats. Kannibalistisch zijn de larven niet dus gezamenlijk opgroeien is geen enkel probleem. Ze groeien erg snel en bereiken binnen 6 weken een grootte van zo’n 5 cm waarna de metamorfose snel volgt. Na de metamorfose zijn de kikkertjes al zo’n 10 tot 12 mm groot. Bij voldoende voeding groeien de jongen zeer snel op. Jonge mannetjes kunnen met drie maanden oud al nagenoeg uitgegroeid zijn en beginnen met roepen. Vrouwtjes doen er zeker twee keer zo lang over om geslachtsrijp te worden. Het geslachtsonderscheid is op jonge leeftijd niet goed zichtbaar. Volwassen vrouwen zijn echter duidelijk ietsje groter dan volwassen mannen en hebben ook een forsere buikpartij. Ook zal de roep van een mannetje zekerheid geven over het geslacht.
 
Voedsel: Volwassen dieren eten graag fruitvliegen, jonge krekels, bladluizen en andere kleine geleedpotigen. Jonge dieren kunnen na de metamorfose ook direct vrij groot voedsel tot zich nemen. Grote fruitvliegen en andere insecten vormen voor hen geen probleem. Een ruime hoeveelheid springstaarten kan de maaltijd completeren. Kunstmatige opfok van de larven kan op een dieet van visvoeders en brandnetelblad of spinazie.

Geciteerde literatuur:

  • Grant, T., Frost, D.R., Caldwell, J.P., Gagliardo, R., Haddad, C.F.B., Kok, P.J.R., Means, D.B., Noonan, B.P., Schargel, W.E. & Wheeler, W.C., 2006, Phylogenetic systematics of dart-poison frogs and their relatives (Amphibia: Athesphatanura: Dendrobatidae). Bull. Amer. Mus., 299, 1-262.
  • Kneller, M. & Henle, K., 1985, Ein neuer Blattsteiger-Frosch (Salientia: Dendrobatidae: Phyllobates) aus Peru. Salamandra, 21, 62-69.
  • Lötters, S., Jungfer, K.-H. & Widmer, A., 2000, A new genus of aposematic poison frog (Amphibia: Anura: Dendronatidae) from the upper Amazon basin with notes on its reproductive behaviour and tadpole morphology. Jahreshefte der Gesellschaft für Naturkunde in Württemberg, 156, 233-243.
  • Myers, C.W., 1987, New generic names for some Neotropical poison frogs (Dendrobatidae). Papéis Avulsos de Zoología, 36, 301-306.
  • Schulte, R., 1999, Pfeilgiftfrösche. ,,Artenteil Peru" (Waiblingen: INIBICO). 
Printen
14792 Waardeer dit artikel
5.0

Laatste nieuws

December 2023 December 2023

December 2023

0 170
  • Andinobates viridis. Wat is er met deze soort gebeurd?
  • Zelfbouw paludarium
  • De transitie van open water als larve-afzetgebied naar het gebruik van fytotelmata als afzetplaats
  • Gebruik en beoordeling van het gespecialiseerde Exo Terra gifkikker terrarium.
  • Succesvolle kweek met de Rio-Pescado Harlekijnkikker Atelopus balios (PETERS, 1973) in het kader van het Citizen Conservation project (deel 1)
  • Oophaga pumilio
  • Op bezoek bij Artis
September 2023 September 2023

September 2023

0 276
Phyllobates terribilis: een beginnerskikker? Verslag 3e presentatie DN werkgroep in Wateringen Op stage in de Peruaanse Amazone Een topveterinair gaat met pensioen Over moderne verlichting in het vivarium Op ‘pad’ voor de knoflookpad in Drenthe Allobates brunneus ontrafeld Drie keer Oophaga granulifera Werkgroep Midden-Nederland; een reis naar Fauna Forever in...

Facebook Home

Tot onze spijt kregen we bericht van onze drukker dat hun nietmachine voor oognietjes defect is geraakt. Dat, in combinatie met het lange Paasweekend, zorgt er helaas voor dat het magazine pas na Pasen bij de leden zal verschijnen. Sorry voor het ongemak! Wij onderzoeken momenteel de mogelijkheden voor iets vroegere verschijningsdata, zodat deze ook als er iets tegen zit in de juiste maand bij de leden zal aankomen. Aanvullend: sinds onze vorige post over het magazine is er nog een last minute wijziging aangebracht. Het artikel over Atelopus varius in Costa Rica (staat op de cover van het vorige bericht) is doorgeschoven naar de volgende editie. Wij wensen jullie alvast veel leesplezier met weer een mooi gevulde editie!
icon
Dendrobatidae Nederland
22-3-2024
25 2
Tot zaterdag!
icon
Dendrobatidae Nederland
14-3-2024
7 2
Onze redactie is er maar weer druk mee! Hier alvast een kleine sneak peek van de maart editie van ons magazine. Deze editie staat weer bomvol met prachtige artikelen en gaat binnen enkele dagen naar de drukker om uiterlijk eind maart bij jullie te verschijnen! Wil je ook eens bijdragen aan de inhoud van dit prachtige verenigingsblad? Dat kan!! Graag zelfs. Stuur ons gewoon eens een berichtje hier op Facebook of neem direct contact op met onze redactie (zie colofon).
icon
Dendrobatidae Nederland
22-2-2024
34 0
Ken jij de voordelen van een DN lidmaatschap al?? - 40 euro korting op ons nieuwste boek Gifkikkers de 2e editie. - Elk kwartaal ontvang je ons DN magazine. - Halfjaarlijks gratis entree op de Kikkerdag voor jezelf en een introducé (à 7,50 p.p.!!!! - Gratis tafel voor aanbod van nakweek op onze Kikkerdag. - Gratis bezoek aan werkgroepavonden van west-, en midden Nederland. - Jaarlijks een symposiumdag. - Toegang tot de volledige inhoud van onze website. - Als lid draag je bij aan verschillende conservatieprojecten en wetenschappelijk onderzoek, alle ten behoeve van onze geliefde kikkers. - Bijna 50% korting op Terrafile! ...en dat alles voor een schamele 30,- euro (binnen NL), of 40,- euro (buiten NL). Onvoorstelbaar toch?? Dit jaar bestaan we ook nog eens 35 jaar!! Wat zouden we dit jaar doen om onze leden te verrassen?? Lid worden?? Dat kan in onze webshop: https://www.webshop.gifkikkerportaal.nl/
icon
Dendrobatidae Nederland
12-1-2024
27 1
Op de valreep van 2023 is er nog een nieuwe Mannophryne-soort beschreven met de naam Mannophryne phylidros, die zich laat vertalen tot 'liefhebber van water' wegens de strikt beekbewonende leefwijze. Helaas zijn er geen foto's van levende exemplaren in de beschrijving opgenomen en moeten we het doen met deze foto van de typeserie. Het zal ons benieuwen hoeveel nieuwe soorten Dendrobatoidea er in 2024 beschreven zullen worden! Goede jaarwisseling allemaal!
icon
Dendrobatidae Nederland
31-12-2023
33 0
Op dinsdagavond 9 januari 2024 is iedereen welkom op onze bijeenkomst van de DN Werkgroep West - Nederland. De werkgroep avonden staan namelijk open voor leden en niet-leden. Met twee boeiende onderwerpen en een gesprek over gifkikkeractualiteiten, ontvangen bezoekers altijd een hoop nuttige informatie. Allereerst vertellen Mario Jungmann, Willem Neeleman en Jeroen van de Steen ons iets over hun bezoek aan de Rostock Zoo in Duitsland. Dendrobatidae Nederland heeft deze dierentuin enkele nakweek kikkers beschikbaar gesteld voor hun expositie over het beschermingsprogramma Ranitomeya fantastica “True Nominat”. Na de afsluiting van onze DN Ranitomeya fundraiser is afgesproken dat deze dieren fungeren als ambassadeur voor hun soortgenoten in het wild. Hetzelfde trio vertelt aansluitend over hun privé bezoek aan Erik Schoop. Erik is één van de eerste Europese gifkikkerliefhebbers die succesvolle kweekresultaten bereikt heeft met grote Oophaga soorten. Op http://www.eriks-frogs.de/ is meer informatie vindbaar Datum: Dinsdag 9 januari 2024 Locatie: Westlandse Pop Centrum Nederland 3, Lange Spruit 84, 2291 LC Wateringen (GoogleMaps) Toegang: Gratis https://www.gifkikkerportaal.nl/Vereniging/Evenementen-en-agenda/dn-werkgroep-west-nederland-6
icon
Dendrobatidae Nederland
17-12-2023
27 1
Load more posts Loading
Back To Top