Gezondheid & ziekten

Gezondheid & ziekten

Bij alle soorten huisdieren komen gezondheidsproblemen voor. Kikkers zijn daar geen uitzondering op, dus is het van belang dat daar altijd voldoende rekening mee gehouden wordt. Het voorkomen van gezondheidsproblemen, door de dieren zo goed mogelijk te verzorgen, is natuurlijk het allerbeste. Helaas is goede zorg nooit een garantie voor een probleemloze hobby. Bij een optimale verzorging is het nog altijd van belang de dieren goed te observeren zodat gezondheidsproblemen op tijd worden gesignaleerd. Kennis is hiervoor noodzakelijk, maar ook een potje geld om onderzoek te kunnen laten verrichten is van cruciaal belang. Helaas is het signaleren van problemen voor een groot deel afhankelijk van de hoeveelheid ervaring die een hobbyist heeft in de verzorging van kikkers. Ervaring komt echter pas met de jaren. Hoe vaker men de dieren gezien heeft bij hun dagelijkse gedragingen, hoe sneller afwijkingen in het gedrag gesignaleerd kunnen worden. Hetzelfde geldt voor het uiterlijk en de lichaamshouding van de dieren. Hoe meer dieren men bestudeerd heeft, hoe beter de gezondheid aan het uiterlijk kan worden beoordeeld.

Zodra het vermoeden bestaat dat zich gezondheidsproblemen voordoen, bij een of meerdere exemplaren, is het van belang dat er gedegen onderzoek wordt verricht om een correcte diagnose te stellen. Ook als er meerdere dieren sterven, is het van belang de overgebleven dieren te laten onderzoeken. Helaas komt het vaak voor dat er symptomen van een aandoening worden waargenomen door leken in de diergeneeskunde, maar dat ze er zonder enig onderzoek een mogelijke diagnose aan verbinden en daarvoor een behandeling starten. Zonder het te weten kunnen hobbyisten op die manier meer schade veroorzaken dan dat ze er goed aan doen. Een incorrecte behandeling kan nadelige gevolgen hebben voor de gezondheid van een kikker, maar het kan ook een later te stellen diagnose bemoeilijken of de correcte behandeling negatief beïnvloeden. Veel symptomen die bij zieke kikkers worden waargenomen, komen voor bij veel verschillende ziektebeelden. Hierdoor is het zonder gedegen onderzoek onmogelijk om de juiste diagnose te stellen en daarmee onmogelijk om het juiste behandelplan op te stellen. Zieke dieren dienen in quarantaine te worden geplaatst en dienen vervolgens te worden onderzocht en behandeld. Bij besmettelijke aandoeningen dienen medebewoners ook onderzocht en eventueel behandeld te worden. De huisvesting leeghalen en ontsmetten is dan noodzakelijk.

Een aantal algemene zaken waarop elke hobbyist kan letten en tevens een goede indicator zijn van de gezondheid van kikkers:

•             Gezonde gifkikkers zijn actief en verblijven niet dagenlang verscholen op dezelfde plaats.

•             Bij goede voeding vermageren kikkers niet.

•             Ze eten goed en raken hun prooi vrijwel altijd direct.

•             Bewegingen zijn goed gecoördineerd.

•             Ze krabben niet constant met hun poten over hun lichaam.

•             Voor- en achterpoten bevatten geen krommingen.

•             Het lichaam is niet anderszins misvormd of proportioneel afwijkend.

•             De achterpoten kruisen elkaar niet.

•             De huid glimt en de ogen zijn helder.

•             Er zijn geen rode of grijze vlekjes zichtbaar op de huid.

•             Ze zitten niet gedurende lange tijd met hun achterkant in het water.

•             Er puilen geen ingewanden via de cloaca of bek naar buiten (prolaps).

•             Het lichaam is niet opgeblazen, bevat geen wonden en geen kleurveranderingen.

•             De vervelling verloopt probleemloos.

•             De ontlasting is (bijna) zwart en stevig.

Quarantaine

Bij de aanschaf van nieuwe kikkers is een aparte huisvesting van zeer groot belang. Men dient namelijk altijd rekening te houden met gezondheidsproblemen die op kunnen treden bij de nieuwe exemplaren. Of de dieren bij een onbekende vandaan komen of van een gerenommeerde kweker of handelaar, alle kikkers kunnen gezondheidsproblemen met zich meedragen of ontwikkelen door de stress van het vangen en vervoeren. Om de risico’s van nieuwe dieren goed in te schatten, is het van belang onderscheid te maken tussen nieuwe dieren die worden toegevoegd aan dieren die reeds in bezit zijn of dat de nieuwe dieren een op zichzelf staande groep gaan vormen in een nieuw onderkomen.

Wanneer nieuwe dieren worden geplaatst bij dieren die reeds in bezit zijn, is de kans groot dat eventuele aanwezige ziekteverwekkers worden overgebracht. Dat kan gebeuren doordat nieuwe dieren ziekten met zich meebrengen in het onderkomen van de reeds aanwezige dieren, maar evengoed kan dit andersom plaatsvinden als de reeds aanwezige dieren drager zijn (zelfs zonder dat het bekend is) van één of meerdere ziekteverwekkers. Veel hobbyisten voegen tenslotte nieuwe dieren toe aan reeds aanwezige dieren wanneer één of meerdere dieren zijn overleden. Zoek dus eerst uit waarom er dieren overleden zijn en of de reeds aanwezige dieren of besmette materialen in een onderkomen geen gezondheidsrisico vormen voor de nieuwe dieren. Wees dus te allen tijde op de hoogte van de gezondheid van alle dieren voordat er nieuwe bij geplaatst worden.

Zolang nieuwe dieren niet gecombineerd worden met dieren die reeds in bezit zijn, kunnen de nieuwe dieren in principe direct in hun nieuwe onderkomen worden gehuisvest, mits door middel van voldoende hygiënische maatregelen elke vorm van kruisbesmetting tussen verschillende onderkomens wordt voorkomen. Een groot nadeel van een directe plaatsing in een nieuw onderkomen, is dat deze veelal mooi en functioneel ingerichte onderkomens volledig leeggeruimd en ontsmet dienen te worden wanneer zich gezondheidsproblemen voordoen. De beste keuze, na het verkrijgen van nieuwe dieren of het nu een nieuwe op zichzelf staande groep dieren is of dat de dieren aan reeds aanwezige dieren worden toegevoegd, is het hanteren van een quarantaineperiode. Het beste is om elk exemplaar apart te huisvesten. Alleen als de dieren van dezelfde kweker vandaan komen, waar de dieren ook tezamen zijn opgefokt, kan men volstaan met één quarantaineverblijf voor een groepje dieren. Let wel weer op dat voornamelijk geslachtsrijpe dieren elkaar nogal eens stress kunnen bezorgen als ze tezamen worden gehuisvest. Niet alleen voor alle nieuw verkregen dieren is een quarantaine periode noodzakelijk. Ook alle andere dieren die al langer worden verzorgd moeten, zodra er gezondheidsproblemen worden geconstateerd, in quarantaine worden geplaatst. In quarantaine kunnen schone monsters van de ontlasting verzameld worden en huiduitstrijkjes (swabs) kunnen worden afgenomen ten behoeve van een onderzoek door een gespecialiseerde dierenarts. Ook kunnen dieren beter geobserveerd worden, doordat er met een minimale inrichting gewerkt wordt. Bij een eventuele ziekte biedt een aparte huisvesting veel betere omstandigheden ten behoeve van de behandeling van de aandoening.

Als quarantaineverblijf kan het best een doorzichtige plastic bak gebruikt worden zoals de zogenaamde Fauna Box of een plastic bak zoals die in warenhuizen worden aangeboden voor de opslag van materialen. Deze laatste bakken dienen wel nog van een ventilatierooster voorzien te worden. Tevens kan het best gekozen worden voor een bak waarin zo min mogelijk vuil in de hoeken achter kan blijven. Dit om de schoonmaak of desinfectie van het quarantaineverblijf te vergemakkelijken. De inrichting dient zo eenvoudig mogelijk te zijn. Op de bodem volstaat een eenvoudig schoon te maken en vochtvasthoudende dweil of keukenpapier. Om de dieren ook wat schuilmogelijkheden te bieden, kunnen er wat pvc-buisjes of stukken pvc-dakgoot geplaatst worden. Het gebruik van planten en bladafval in een quarantaineruimte behoort tot de mogelijkheden, maar kunnen ook het verzamelen van onvervuilde ontlasting verhinderen. Ook dienen deze materialen niet afkomstig te zijn uit andere dierverblijven. Bladafval kan eerst worden gekookt en gedroogd voordat het gebruikt wordt in een quarantaineverblijf. Om de temperatuur op peil te houden, indien noodzakelijk, kan een verwarmingsmat dienen onder één derde tot de helft van het bodemoppervlak. Door de dunne bodem van slechts een laag plastic en vochtvasthoudend materiaal kan de temperatuur snel behoorlijk oplopen. Houd dit dus goed in de gaten door een thermometer op de bodem bij de verwarmingsmat te plaatsen. Meet ook de luchttemperatuur aan de overzijde van de verwarmingsmat om een goed beeld te krijgen van het temperatuurverloop binnen het quarantaineverblijf. De luchtvochtigheid blijft bij een vochtvasthoudende bodem in principe voldoende. De dunne bodem kan echter wel dusdanig snel water verdampen dat uitdroging van de bodem op de loer ligt. De vochtigheid van de bodem dient goed in de gaten te worden gehouden. De grootte van de luchtroosters is ook sterk van invloed op de hoeveelheid verdamping. Sluit de roosters nooit volledig af maar doe dit gedeeltelijk om te snelle verdamping tegen te gaan. Als de verdamping toch te snel gaat, kan ervoor worden gekozen om een dubbele of driedubbele bodemlaag aan te brengen waarmee ook een veelvoud aan water wordt vastgehouden. Een waterbakje plaatsen is niet noodzakelijk en kan alleen maar zorgen voor een snelle verdrinking van zieke dieren.

Een groot nadeel van quarantaineverblijven is dat de minimale inrichting juist stress bij de kikkers in de hand kan werken. Zet om die reden de bak op een rustige plaats in huis waar niet steeds langs wordt gelopen. Kikkers in quarantaineverblijven kunnen het beste gedoseerd met kleine hoeveelheden voedseldieren worden gevoerd.

Een teveel aan voedseldieren in het quarantaineverblijf wordt niet opgegeten. Door de minimale inrichting kunnen de kikkers niet voldoende ontsnappen aan de irritatie van voedseldieren die over hen heen lopen. Ook daarmee kan extra stress veroorzaakt worden en dat is wel het laatste wat eenieder wil voor zijn dieren, vooral voor kikkers die iets onder de leden hebben. Laat de quarantaineperiode ook niet onnodig lang duren. Onderneem zo spoedig mogelijk alle acties om eventuele diagnoses te kunnen stellen. Worden er in de ontlasting en uitstrijkjes van de huid geen onregelmatigheden aangetroffen, gedraagt uw dier zich gedurende de quarantaineperiode zoals te verwachten van gezonde exemplaren en blijken alle samen aangeschafte dieren in dezelfde gezonde staat, dan kan de quarantaineperiode beëindigd worden. Meestal zal hiervoor een periode van 4 tot 8 weken volstaan.

Onderzoek

Verzamelde ontlasting kan voor onderzoek worden langsgebracht bij een gespecialiseerde dierenarts, maar opsturen is ook een optie. Het best wordt de ontlasting zo vers mogelijk verzameld. Ontlasting die van schoon bodemmateriaal in het quarantaineverblijf is verzameld, is hiervoor zeer geschikt. Het vochtige of natte bodemmateriaal zorgt ervoor dat de ontlasting niet uitgedroogd raakt. Na het verzamelen dient de ontlasting in een natgemaakt wattenschijfje te worden geplaatst. Deze gaat onderin een plastic zakje of smal potje, met daaromheen nog een tweetal gesealde plastic (ziplock) zakjes zodat het water- en luchtdicht is. In een stevige envelop kan deze via de post opgestuurd worden. Vermeld altijd naam‑ adres- en e-mailgegevens, evenals de gegevens (soort, nakweek/wildvang, etc.) en eventuele klachten van het betreffende dier. Ook huiduitstrijkjes (swabs) kunnen opgestuurd worden. Ten behoeve van het afnemen van huiduitstrijkjes worden op de kikkerdagen van Dendrobatidae Nederland gratis swabsetjes verstrekt bij de verenigingsstand. Deze setjes worden verstrekt met een swabprotocol voor onderzoek naar chytridiomycose, maar natuurlijk kunnen de setjes ook gebruikt worden voor huiduitstrijkjes van andere huidaandoeningen. Deze setjes worden ook het best dubbel water- en luchtdicht verpakt, in een stevige envelop en opgestuurd naar een hiervoor uitgerust onderzoeksinstituut. Levende of dode dieren kunnen het best voor onderzoek bij de dierenarts langs gebracht worden. Een andere optie is het goed gekoeld versturen van dode dieren via een koeriersdienst. Levende of dode dieren via de post versturen is in principe niet toegestaan. Voor dode dieren die gefixeerd zijn in bijvoorbeeld alcohol of formaldehyde bestaat een uitzondering, indien correct verpakt volgens de normen die gelden voor diagnostische monsters: UN 3373.

Hygiënische maatregelen

Veel hobbyisten krijgen op een dag te maken met zieke dieren. Omdat sommige ziekten zeer besmettelijk zijn en eenvoudig van het ene kikkerverblijf naar het andere kunnen worden overgebracht, is het van belang enkele hygiënische maatregelen te treffen. Zo is het belangrijk dat verschillende verblijven niet met elkaar in verbinding staan waarbij water van de ene bak in de andere kan stromen. Als bakken over een overloop beschikken om overtollig water af te voeren, gebruik dat water dan nooit om weer via het sproeisysteem terug de bakken in te sproeien. Denk echter ook aan apart schoonmaakmateriaal voor elk kikkerverblijf. Sommige ziekten worden zeer eenvoudig via een natte spons overgebracht naar andere kikkerverblijven. Hetzelfde geldt voor alle materialen die gebruikt worden als inrichting. Sommige materialen kunnen uitstekend ontsmet worden door ze enige tijd te koken. Levende materialen, die niet of nauwelijks ontsmet kunnen worden, dient men niet uit te wisselen.Ontsmetten van een onderkomen nadat er zich een ziekte in heeft voorgedaan kan gedaan worden met het desinfectiemiddel Chloramine T, vooral bekend onder de merknaam Halamid. Het is vrij verkrijgbaar in bijvoorbeeld dierenwinkels. Zelfs in lage concentraties is het middel uitermate effectief tegen bacteriën, gisten en andere ziekteverwekkende micro-organismen. Een andere mogelijkheid is het onderkomen ontsmetten met een 10% chlooroplossing. Gebruik hiervoor gewone chloor zonder toegevoegde kleur- of geurstoffen, schoonmaakmiddelen of andere toevoegingen. Na het gebruik van chloor moet het onderkomen goed met water uitgespoeld worden. Hierna kan ontsmetting met pure huishoudammoniak de klus volledig afmaken. Ook na het schoonmaken met ammoniak is het van belang het onderkomen weer goed te spoelen met water. Let er wel op dat chloor niet gemengd wordt met ammoniak. Hierbij ontstaat het zeer giftige chloorgas.

Euthanasie

Menig hobbyist komt op een dag voor de vraag te staan of het humaner is om een dier te euthanaseren of dat het dier misschien toch nog te redden is zonder dat het onnodig veel hoeft te lijden. De keuze voor euthanasie is nooit gemakkelijk, maar soms lijkt dit wel de enige juiste keuze. Het kan zijn omdat een dier ongeneeslijk letsel heeft opgelopen, ongeneeslijk ziek is geworden of behandeling van een aandoening geen resultaat geeft. Ook kunnen er misvormingen zijn ontstaan in het embryonale of larvale stadium of tijdens het opgroeien na de metamorfose. Zodra een behandeling geen nut meer heeft of een behandeling gewoonweg niet tot de mogelijkheden behoort, lijkt de keuze voor euthanasie het beste. Om dit op een humane manier uit te voeren, zijn er enkele mogelijkheden die hier beschreven worden. Helaas worden inhumane manieren nog altijd veel gebruikt, veelal wegens een gebrek aan voldoende kennis op dit vlak of uit gemakzucht. Het kan ten sterkste afgeraden worden om dieren door middel van bevriezing in een vrieskast te euthanaseren. Vriezers werken veel te langzaam en algemeen wordt aangenomen dat de dieren hier onnodig veel onder lijden. Slechts als een dier eerst verdoofd is, door middel van anesthesie, is bevriezing in een vrieskast humaan. Ook vergassing met koolstofdioxide, een voor andere diersoorten algemeen geaccepteerde methode, wordt voor amfibieën ten sterkste afgeraden, omdat amfibieën vaak kunnen overleven bij een groot tekort aan zuurstof. Voor meer humane methoden worden in de literatuur enkele mogelijkheden beschreven. Omdat deze lang niet altijd haalbaar zijn voor thuishobbyisten, beperkt dit boek zich tot de beste methoden voor thuis. Wright & Withaker (2001) beschrijven het accuraat inslaan van de schedel en hersenen in één slag als acceptabele methode. Een andere methode die ze beschrijven is het plaatsen van een exemplaar in een badje met een 5% ethanol oplossing tot het dier buiten bewustzijn is (de halfdoorlatende huid van het dier zorgt hier voor de opname van de ethanol). Zodra het dier buiten bewustzijn is, plaatst men het dier in een 70% ethanol oplossing om het dier te euthanaseren. Een laatste methode is directe bevriezing door middel van vloeibaar stikstof. Deze methode is alleen geschikt voor dieren lichter dan 40 gram (al onze gifkikkers dus). Een nadeel is dat lang niet iedereen over vloeibaar stikstof kan beschikken.

Printen
Back To Top