Categorieën: GIFKIKKERS, SOORTEN, Ranitomeya

Ranitomeya uakarii

Ranitomeya uakarii (Brown et al. 2006)

13-16mm groot met vijf gekleurde lijnen op de zwarte rug en flanken. De drie lijnen p de rug zijn oranjerood tot rood van kleur, parallel aan elkaar lopend zonder te fuseren waardoor een zwarte U vorm achter blijft. De lijnen op de flanken zijn geel van kleur. De buikzijde en poten zijn blauw met zeer fijne zwarte stippen. De keel is geel met grotere zwarte vlekken.

Geografische variatie:

Binnen populaties is er variatie in de lengte van de middelste streep op de rug, die op de neus kan fuseren met de andere twee lijnen. Tussen populaties verschillen de kikkertjes in de kleur en dikte van de lijnen. Enkele populaties laten een verloop van geel tot donker rood zien in een enkele lijn.

Roep: Een serie van buzz roepen die sneller en met lagere frequentie is dan die van R. reticulata.

Verspreiding :

West Brazilië en Oost Peru tussen Rio Amazonas, Rio Javari en de Rio Ucayali.

Ecologie:

De kikkertjes komen voor in primair regenwoud waar ze de meeste tijd op de bosbodem doorbrengen. Bromelias op de stammen van bomen worden gebruikt voor het afzetten van kikkervissen. Eieren (2-6, zwart) worden vermoedelijk tussen afgevallen blad gelegd.

Het terrarium:

Een typische gifkikkerbak voldoet uitstekend voor deze dieren. Hoogte is niet erg belangrijk omdat de dieren vooral op de bosbodem voorkomen. Een bak van 50x50x40 is voldoende voor een koppeltje. Een klein groepje is echter beter in een iets grotere bak te houden.

Temperatuur:

Te houden bij ca 24 tot 26°C.

Groepsgewijs/paarsgewijs:

 

Een koppel is goed mogelijk. Bij een groepje moet je goed letten op de territoriale mannetjes dat deze elkaar niet te veel in de weg zitten

Printen
Back To Top